Barcelona, 2008. In het oude centrum van de stad vindt een lugubere viervoudige moord plaats. Bovenburen horen geschreeuw en waarschuwen de politie. Wanneer kort daarna een patrouillewagen arriveert, blijken de lijken – zonder enig teken van zelfverdediging – gruwelijk verminkt, zitten ramen en deuren potdicht en heeft ogenschijnlijk niemand de woning verlaten. Een vreemde zaak die wordt toegewezen aan inspecteur David Ossa, expert in het oplossen van moeilijke en vastgelopen zaken.
David Ossa is een begaafd politieman voor wie intuïtie een belangrijke rol speelt. Bovendien wordt hij bij tijd en wijle op het juiste spoor gezet door een stem. Van wie of wat die ‘stem’ precies afkomstig is, blijft vaag. Hoewel er geen concrete aanwijzingen voor zijn, voelt Ossa dat er een luchtje aan deze viervoudige moord zit en dat het niet simpelweg moord en zelfmoord betreft. Hij bijt zich in de zaak vast om de ware dader te vinden en duikt in het verleden van de vermeende (zelf)moordenaar Ignacio Pozales. Zijn speurtocht leidt hem onder meer naar de criminele capo Morgadas, pater Pallarés, de in de jaren ’80 verdwenen moeder van Ignacio en zijn vader, de oud-politieman Zábel. Deze Zábel verblijft in een psychiatrische inrichting omdat hij gek is geworden na een onopgeloste viervoudige moordzaak die zo’n vijfendertig jaar eerder plaatsvond. Het blijkt dat Zábel destijds eveneens, zoals David nu, geobsedeerd werd door de moorden en erachter kwam dat zich in 1930 ook al een soortgelijke viervoudige moordzaak had voorgedaan, waarbij de desbetreffende onderzoeker eveneens doordraaide. De geschiedenis herhaalt zich dus om de zoveel jaar en ook Ossa balanceert nu op het randje van de waanzin. Wie, of beter gezegd, wat is verantwoordelijk voor deze repetitieve moorden en waanzin?
De stem van de doden is een thriller met paranormale elementen die echter niet ongeloofwaardig wordt. Sánchez weet uitstekend het evenwicht te handhaven tussen mogelijke occulte aspecten en verschijnselen die ontsproten zouden kunnen zijn aan Ossa’s brein. De verklaring voor Ossa’s bijzondere gaven moet in zijn jeugd worden gezocht, toen hij als jongetje is verdwaald in een oude mijn en daar een helse nacht heeft doorgebracht. Sánchez wisselt veelvuldig van ruimte en tijd, vertelstem en perspectief: Ossa zelf, zijn assistent onderinspecteur Joan, zijn superieur commissaris Rosell, zijn vriendin en tevens lijkschouwer María. Verschillende  personages krijgen een stem in de roman, al moet opgemerkt dat deze secundaire spelers tamelijk vlak blijven en overduidelijk dienen om het hoofdpersonage Ossa duidelijker uit de verf te doen komen. Passages die handelen over Ossa’s verleden worden door een alwetende verteller beschreven, wat een aangename afwisseling biedt. Ondanks enkele clichés en de vaak nodeloze herhalingen is deze tweede roman van Sánchez beslist intrigerend. [Jacqueline Visscher] Verberg tekst

Inspecteur van politie David Ossa raakt geobsedeerd door een viervoudige moord in een oud pand nabij de Ramblas in Barcelona. Alles lijkt erop te wijzen dat de moorden het gevolg zijn van overmatig drugsgebruik, maar de inspecteur blijft zoeken naar een andere verklaring. Deze zoektocht drijft hem bijna tot waanzin. Langzaam maar zeker komt hij op het spoor van een duister mysterie. Dit boek doet denken aan 'De schaduw van de wind' van Carlos Ruiz Zafon. Evenals de hoofdpersoon uit dat boek, voert de speurtocht van Ossa hem kriskras langs allerlei bekende punten in Barcelona. Ook de mysterieuze sfeer is herkenbaar. Toch heeft dit boek meer weg van een klassieke politiethriller. Het is meeslepend geschreven en houdt de lezer tot het einde in spanning. Sánchez (Barcelona, 1966) schreef eerder 'De antiquair'* en heeft naar eigen zeggen nog tien romans op de plank liggen. Normale druk.