Kinderen van de leeuwendochter is een avontuurlijk overlevingsverhaal met wat levenswijsheid. In De leeuwendochter, R.H. Schoemans' eerste verhaal over de oertijd, kreeg 'leeuwendochter' Ank-Thi, die speciale gaven bezit, de leiding over haar bergstam. Na een aanval van de jagers van Kelme, die op de vrouwen van de stam uit zijn, verenigen ze zich met de kuststam van de Robbenjagers, die worden aangevoerd door stammoeder Ho-Ste. In het tweede boek zijn Ank-Thi's dochters, de tweeling Ba-Xhi en Ba-Xho, de hoofdpersonen. Met hun rosse krulharen en hun ijskoude blauwe ogen boezemen ze de jongens en mannen schrik in. Bovendien blijken zij ook de 'gave' te bezitten. Na de dood van twee jonge jagers krijgen ze de hele stam tegen zich en vluchten ze. Ze zoeken bescherming bij 'de monsterman', een overlevende van de stam van Kelme, maar algauw wordt duidelijk dat hij de zusjes slechts wil gebruiken om een nieuwe stam te stichten. De sfeer van het verhaal leunt aan bij andere oer…
Lees verder
Kinderen van de leeuwendochter is een avontuurlijk overlevingsverhaal met wat levenswijsheid. In De leeuwendochter, R.H. Schoemans' eerste verhaal over de oertijd, kreeg 'leeuwendochter' Ank-Thi, die speciale gaven bezit, de leiding over haar bergstam. Na een aanval van de jagers van Kelme, die op de vrouwen van de stam uit zijn, verenigen ze zich met de kuststam van de Robbenjagers, die worden aangevoerd door stammoeder Ho-Ste. In het tweede boek zijn Ank-Thi's dochters, de tweeling Ba-Xhi en Ba-Xho, de hoofdpersonen. Met hun rosse krulharen en hun ijskoude blauwe ogen boezemen ze de jongens en mannen schrik in. Bovendien blijken zij ook de 'gave' te bezitten. Na de dood van twee jonge jagers krijgen ze de hele stam tegen zich en vluchten ze. Ze zoeken bescherming bij 'de monsterman', een overlevende van de stam van Kelme, maar algauw wordt duidelijk dat hij de zusjes slechts wil gebruiken om een nieuwe stam te stichten. De sfeer van het verhaal leunt aan bij andere oertijdverhalen, zoals de 'Feun'-reeks van Paul Kusterman, Vuurmeisje (Davidsfonds, 2004) van Dirk Bracke, of Torak en de wolf van Michelle Paver (The House of Books, 2003). Met precisie beschrijft Schoemans o.m. de wapens, het knopen van een net, een dodenwake en de kledij, waarmee de oermensen zich beschermen tegen hitte en kou. De vrouwelijke hoofdpersonen zijn sterke persoonlijkheden met een bijzondere kracht. Hun gave is dat ze verstandiger zijn dan de andere stamleden: ze leren nl. uit het verleden, passen hun kennis toe in het heden en kijken vooruit naar de toekomst. Hun acties tonen helder de evolutie van de mens. In de gevaren die de meisjes trotseren kun je de link naar hedendaagse problemen leggen: de schrik voor het andere en onbekende, de ondergeschiktheid van de vrouw, ontvoering en misbruik. Ook de korte proloog wijst in die richting: "verdrukking, oorlog en haat tegenover iedereen die anders lijkt, teisteren de mensheid sinds de vroegste tijden". Schoemans vertelt onderhoudend en sfeervol. Het avontuurlijke verhaal is een ode aan de moed en wijsheid van de vrouw en bereidt jonge lezers voor op het grotere werk, zoals de cyclus van 'De Aardkinderen' van J.M. Auel. [Jet Marchau]
Verberg tekst