De eerste speelfilm van de Amerikaanse regisseur Robert Logevall is gebaseerd op een kort verhaal van de ook in Nederland bekende Haruki Murakami. De handeling is verplaatst van de Japanse stad Kobe naar de Koreaanse wijk in Los Angeles. Hoofdpersoon Kengo is een man van twintig met een saaie baan en een mooie vriendin (debuutrol van Sonja Kinski, de dochter van Nastassja Kinski). Zijn alleenstaande en streng religieuze moeder (Joan Chen) heeft hem altijd verteld dat hij de zoon van God is. Op een dag ziet hij op straat een man die wel eens zijn echte vader zou kunnen zijn en besluit hem te volgen. De recensenten zijn kritisch. Jos van der Burg (Parool 5-11-'08) schrijft bijvoorbeeld: '(...) strak gekadreerde, lege stadsbeelden, die ongetwijfeld staan voor modern onbehagen. De film doet in de verte denken aan de eenzame werelden in de schilderijen van Hopper. En het absurdisme roept soms herinneringen op aan de vroege films van Hal Hartley (Simple men, Flirt). Maar helaas is Logevall in zijn regiedebuut geen Hopper en ook geen Hartley. Het lukt hem niet om boven de vorm uit te komen. Het resultaat is een gekunstelde film met een aanstellerige hoofdpersoon, die het zo goed met zichzelf heeft getroffen dat hij helemaal geen vader nodig heeft.' Er zijn geen extra's. Hide text