In 1695 werd Brussel door de Fransen zwaar beschoten. De binnenstad ging grotendeels in vlammen op. Die gebeurtenis staat groot op de cover van dit kloeke boek over de Zuidelijke Nederlanden tussen 1648 en 1815 – het vierde deel in een reeks over de geschiedenis van de (Zuidelijke) Nederlanden. In deze periode wisselde het gebied niet alleen een paar keer van eigenaar (van Spanje via Oostenrijk naar Frankrijk), maar was het ook het strijdtoneel waarop veel oorlogen werden uitgevochten. Oorlogen waarin zuiderbuur Frankrijk en noorderbuur de Republiek der Zeven Provinciën een centrale rol speelden. Het 'Nederlandse' element is dan ook ruimschoots aanwezig in deze gedegen, traditionele geschiedschrijving, waarin grote mannen (en een enkele vrouw) centraal staan, onder wie naast stadhouder-koning Willem III (zonder wie 'België niet zou hebben bestaan') ook voor ons minder bekende namen als Jan van Brouchoven, graaf van Bergeyck (1644-1725) en Karel van Lotharingen (1712-1780). Het boek is prachtig geïllustreerd met heel veel kleurrijke prenten – en alleen daarom al de moeite waard. Masquer le texte